Ik respecteerde de vorige president. Ik sta sinds de oprichting onder de hoede van de vorige president en ik wilde dit bedrijf oprecht steunen. ...Maar wat zijn deze jongens? De tweede directeur van het bedrijf, die zijn voorganger opvolgde, ging aan de slag als gastvrouw en trouwde. Het werk interesseert me niet en het runnen van het bedrijf is een ramp. De domme vrouw stormt het bedrijf binnen en doet zich voor als haar eigen bezit en smeekt de president om merkartikelen. Ik heb de grens van mijn geduld bereikt